Europese industrie in een wurggreep
- Author - Apple Tree CP
- 8 okt
- 4 minuten om te lezen
Het gaat niet goed met de Europese industrie, en Duitsland is het toonbeeld van die neergang. Stagnerende productie, dure energie en uitgestelde investeringen zetten de ruggengraat van de economie zwaar onder druk, zonder zicht op verbetering.
Samenvatting:
Prestaties Europese beurs verhullen onderliggende problemen
Traditionele sectoren verliezen steeds meer terrein
Voormalige groeimotor Duitsland hapert
Energie de achilleshiel van Europa
Klimaatbeleid raakt concurrentiekracht hard
De Europese industrie verkeert in zwaar weer. Het regent winstwaarschuwingen, berichten over ontslagen, stagnerende productie en bedrijven die hun investeringen heroverwegen. Wat ooit de ruggengraat van de Europese economie was, lijkt steeds dieper weg te zakken in een structurele crisis.
De jaarwinst van bijna 13% voor de brede Europese Stoxx 600-index geeft dan ook een sterk vertekend beeld. Er lijkt geen vuiltje aan de lucht, maar onderliggend is er sprake van een verontrustende realiteit. De onderlinge verschillen zijn namelijk groot.Ā
Enerzijds presteert de industriĆ«le sector ogenschijnlijk uitstekend met een plus van ruim 22%. De stijging wordt echter grotendeels gedragen door de duizelingwekkende koerswinsten bij defensiebedrijven zoals Rheinmetall en Rolls Royce. Die profiteren volop van geopolitieke spanningen en van de verhoogde defensiebudgetten na het optrekken van de NAVO-norm.Ā
Bij de traditionele pijlers van de Europese economie is het beeld op de beurs een stuk minder rooskleurig. De chemiesector verloor dit jaar al ruim 3%, de auto-industrie inclusief toeleveranciers zakt zelfs meer dan 5% weg.

Duits herstel blijft uit
Een belangrijke bottleneck is Duitsland, tot redelijk recent de groeimotor van de Europese economie. Daar begon eerder dit jaar na de verkiezingen een nieuwe wind te waaien, onder meer door het gedeeltelijk opheffen van de Schuldenbremse (schuldenrem). De impulsen die hiervan uitgaan, doen er even over om omgezet te worden in daadwerkelijke economische activiteit.
Voorlopig is de harde realiteit anders. De nieuwste productiecijfers over augustusĀ spraken boekdelen: een daling van 4,3% ten opzichte van de vorige maand, met de auto-industrie als dramatisch dieptepunt met een krimp van 18,5%. Dat is geen tijdelijke dip of een seizoenseffect, maar heeft veel weg van een structurele trend.
De Duitse sector luidt dan ook de noodklok. Volgens branchevereniging VDA stelt inmiddels 80% van de middelgrote autobedrijven investeringen in Duitsland uit, verplaatst die naar het buitenland of schrapt ze volledig. De branchevereniging voor de chemische industrie (VCI) spreekt onomwonden van een "aanhoudende crisissfeer". Het beloofde "hervormingsnajaar" dreigt volgens de organisatie weg te zakken in een lange winterslaap zonder concrete resultaten.
De Duitse automobielsector verkeert al langere tijd in zwaar weer. Dat heeft alles te maken met de transitie naar elektrische autoās. Chinese EV-bouwers als BYD, Nio en Xpeng produceren minimaal gelijkwaardige elektrische voertuigen tegen beduidend lagere prijzen. Winstwaarschuwingen stapelen zich op, niet alleen bij de grote autofabrikanten maar door de hele toeleveringsketen heen.
Dure energie
Een belangrijke verklaring is te vinden in de energiemarkt, waar Europa in een pijnlijke houdgreep zit door onder andere het goeddeels stoppen van de import van goedkoop Russisch gas en het Duitse besluit om kernenergie geheel te ontmantelen.Ā
Direct gevolg is dat Europa is overgeleverd aan peperduur Amerikaans vloeibaar gas (LNG) en de grillen van de internationale energiemarkt. Hoge energieprijzen voor Europese bedrijven bijten in de concurrentiekracht van energie-intensieve sectoren als chemie en staal.
Tegelijkertijd zadelt Europa zichzelf op met een extra belemmering door zich ten doel te stellen het voortouw te nemen in het terugdringen van CO2-uitstoot. Onderdeel hiervan is het breed uitrollen van CO2-heffingen om klimaatverandering tegen te gaan.Ā
Zonder meer een nobel streven, maar economisch gezien is de impact desastreus. De Europese Unie is goed voor slechts 6% van de wereldwijde CO2-uitstoot. Dat staat in schril contrast met bijvoorbeeld China (circa 30%), de Verenigde Staten (11%) en inmiddels ook India (8%). Zij kijken toe hoe Europa zichzelf uit de markt prijst met klimaatmaatregelen die op mondiaal niveau beperkte impact hebben.

Vooruitzichten onzeker
Europa beschikt over hoogopgeleide beleidsmakers, sterke instituties en een rijke industriĆ«le geschiedenis. Toch ondermijnen beleidsinitiatieven de concurrentiepositie steeds verder. Met name China en de VS opereren vanuit hun kracht, afgezet tegen een verdeeld en stagnerend Europa.Ā
Een aantal bedrijven kiest ervoor activiteiten te verplaatsen of op te zetten in China of de VS. Zo besluiten steeds meer industriĆ«le bedrijven om investeringen in bijvoorbeeld Rotterdam af te schalen of zelfs te annuleren.Ā
Hoewel dit op het eerste oog verstandig lijkt, gaat het hier om een tijdrovend en kostbaar proces. Een goed voorbeeld hiervan is het Duitse BASF, het grootste chemiebedrijf ter wereld. Halverwege 2018 kondigde het plannen aan in het Chinese Zhanjiang een enorm chemiecomplex te realiseren. Dat complex is pas in de loop van 2026 - acht jaar later - goeddeels operationeel.Ā
Geen veilige haven
Europese industriƫle bedrijven zijn momenteel geenszins veilige havens voor beleggers, ondanks de almaar verder teruglopende waarderingen. De ogenschijnlijke veerkracht van de Stoxx 600 maskeert een sluimerende crisis die de kern van de Europese economie raakt.
Eenzijdig klimaatbeleid heeft daarbij destructieve gevolgen. Europa kan steeds minder goed concurreren met China en de VS. De extreem hoge regeldruk compliceert de zaken. Duitsland, ooit de groeimotor, vormt steeds meer een achilleshiel voor Europa. En dan staat dit alles nog los van de begrotingsproblematiek in Frankrijk. Het is voor Europa dan ook alle hens aan dek.
Bronnen: iex.nl (Teun Verhagen), Bloomberg, Jones et al., OurWorldInData.org, Hiki Liu, ChatGPT



Opmerkingen